Wat is het verschil tussen optimisten en pessimisten?

Optimisme is niet synoniem aan opgewektheid of blijdschap. Een optimist kan best opgewekt of blij zijn, maar dat kan een pessimist ook. In zijn boek Learned Optimism onderscheidt Martin Seligman -een Amerikaanse hoogleraar psychologie die al bijna dertig jaar onderzoek doet naar positieve gevoelens- optimisten en pessimisten niet van elkaar op grond van hun stemming op een bepaald moment, maar op grond van hoe zij doorgaans reageren op de dingen die hun overkomen.Psychologen noemen dat de ‘verklarende stijl’. Volgens Seligman denken mensen met een pessimistische instelling dat nare gebeurtenissen altijd hun eigen schuld zijn en dat de gevolgen ervan lang, misschien wel eeuwig voortduren. Sterker nog, ze maken negatieve extrapolaties en geloven bijvoorbeeld dat die ene nare gebeurtenis alles zal bederven wat ze ooit verder nog in hun leven proberen te bereiken. In hun beoordeling van een woordenwisseling met hun partner, een tegenvallend examenresultaat of een foutje in het verkeer benadrukken ze de blijvende, onvermijdelijke en universele aspecten. Ken jij iemand die strooit met uitspraken als ‘ik ben volledig uitgeteld’, ‘ik zal nooit afvallen’, ‘je praat nooit met me’ of ‘tennis is ook helemaal niets voor mij’? Dan ken je een pessimist. Optimisten daarentegen vervangen volgens Seligman het pessimistische scenario met beweringen als ‘ik ben vanavond doodmoe’, ‘op vakantie afvallen is eigenlijk best een uitdaging’, ‘ik wou dat je wat meer met me praatte’ en ‘het ging vandaag niet zo goed op de tennisbaan’. Ook als een pessimist een goede dag heeft, zweeft er wel ergens een donker wolkje, zoals blijkt uit opmerkingen als ‘goh, het is eindelijk een van de weinige dagen dat ik eens geluk heb’ en ‘ik, afgevallen? Dan zal ik wel lintwormen hebben’. Een optimist zal prettige of succesvolle ervaringen juist een algemener, blijvender effect toekennen: ‘jeetje, ik ben een geluksvogel’ en ‘op dieet blijven was soms lastig, maar het had wel effect’.