Moeten we kinderen optimisme aanleren?

Om eerlijk te zijn: ja! Optimisme kan bescherming bieden tegen depressiviteit en angststoornissen en kan de emotionele veerkracht vergroten. Optimisten hebben een betere lichamelijke gezondheid dan pessimisten en herstellen sneller van bijvoorbeeld een hartaandoening. Optimisme helpt om beter met stress om te gaan en heeft over het geheel genomen een positief effect op het immuunsysteem. Bovendien zoeken de meeste mensen graag het gezelschap van optimisten. Vergeleken met pessimisten hebben ze meer vrienden en meestal een groter sociaal netwerk, wat weer bevorderlijk is voor de gezondheid. Met alle sombere berichten om ons heen (over de economie, over het milieu, over natuurrampen) is het verleidelijk pessimistisch te zijn. Maar dat betekent niet dat we gedoemd zijn tot pessimisme. Optimisme zit wel degelijk in de mens ingebouwd. Volgens Sharot voldoet zelfs zo’n tachtig procent van de mensen aan de psychologische criteria voor optimisme, ongeacht leeftijd, ras, geslacht of cultuur. En voor wie daar niet toe behoort, of voor wie optimisme niet natuurlijk genoeg komt: het mooie is dat je optimisme kunt leren. Het vergt alleen een beetje oefening en, verrassend genoeg misschien, een gezonde dosis durf, doorzettingsvermogen, zelfkritiek en redeneerkunst.